Pannonia - van de Romeinen tot de Magyaren
In
de jaren 35 - 34 voor Christus tijdens de eerste Pannonische oorlog van
Octavian, de latere imperator Augustus, kwam de hier wonende bevolking
voor de eerste keer in contact met de legionen van Rome. Pas in de
periode van 13 tot 9 voor Christus werd van een veldheer van Augustus
het land tussen de oostelijke Alpen en de rivieren Donau en Save
voorgoed geoccupeerd, de nieuwe provincie Pannonia was geboren.
Omstreeks het jaar 15 begon op het gebied van het vandaagse Boedapest
de oprichting van de grensvesting Aquincum.
Het
lot van Pannonia was tot de vijfde eeuw nauw verbonden met de
geschiedenis van het oude Rome. Een goed ontwikkeld wegennet verband de
zesentwintig steden en de vele landelijke nederzettingen van de in de
laatste periode in vier districten gescheiden kolonie. Een gemengd van
vele Roomse volkeren mengden zich onder de inheemse Erawiskers en later
ook met de ten oosten van de Donau levenden "barbaren", die tijdens de
langere vredige tijden de markten, baden
en theater van de steden bevolkten. De rivier bleef de grens van het
Roomse Rijk. Zonen en dochters van Sarmaten, Germanen en Alanen lieten
zich keer om keer in de provincie neer. Door de verkiezing van Decius,
een man van pannonische afkomst tot imperator in het jaar 249 bereikten
welstand en stabiliteit een hoogtepunt. Tegenslagen kwamen later door
de hevige aanstorm van de volkenwandering en het hoogtepunt van de
christenvervolging onder imperator Diocletian. In het bijzonder in
Aquincum leefden al vele christenen. Hun priesters en bisschoppen
werden geëxecuteerd. In deze periode begon het langzame verval van
het land. De verordeningen van de imperatoren de grenzen opnieuw te
bevestigen en andere bouwwerken op te richten kon deze ontwikkeling
niet gestopt worden. De bloei van Pannonia eindigde tijdens het begin
van de vierde eeuw definitief.
Eerst
waren het Germaanse stammen die het land hebben bezet, daarna hebben de
Hunnen het land verwoest. Naar de grote aardbeving van 456 werd
Pannonia van de Oostgoten geoccupeerd en daarmee werd definitief een
einde aan de heerschappij van Rome gezet. Op de Oostgoten volgden tal
van halfnomadische volkeren, die behalve de veehouderij ook al in
geringe mate akkerbouw hebben bedreven. Van enige duur was slechts de
aanwezigheid van de Awaren. Hun stammen werden omstreeks het jaar 800
van Karel de Grote geslagen. Naar het overlijden van de keizer zijn
grote delen van het Frankenrijk afgevallen. Slavische volkeren, die
hier nu zetelden hebben het machtsvacuüm opgevuld. Hun opperhoofd
Svatopluk werd in de 9e eeuw vorst van het Groot-Moravische Rijk. Hij
was afhankelijk van Karlman, de koning van het rijk van de Oostfranken.
Diens illegitieme zoon Arnulf van Karinthië riep de Hongaren ter
hulp om de heerschappij over de gebieden langs de oostgrens zo te
herstellen als onder Karel de Grote bestonden.
Landname, van het schikbeeld van Europa tot integratie
De
onder de naam Hongaren bekende geworden verband van diverse stammen van
Centraal-Aziatische oorsprong werd van een magyarische elite
gedomineerd en leefde hoofdzakelijk oostelijk van het Karatengebergte
en gedeeltelijk op de noordelijke Balkan aan de grens naar Byzanz. In
het gebied tussen Dnjestr en Pruth kreeg dit conglomeraat vaste
structuren onder opperhoofd Árpád. De Hongaren hebben het
bondgenootschap met Arnulf geaccepteerd en overspoelden in het jaar 895
het nog steeds bestaande Groot-Moravische Rijk en bezetten Pannonia.
De
oorzaken van de metamorfose van het volk zijn veelvoudig. De Hongaarse
elite oriënteerde zich aan de Karolingische structuren. In de
beginfase hebben de Magyaren met hun rooftochten tot naar Spanje, de
Rijnmond, naar Zuid Italië en tot aan de grenzen van de stad
Byzanz half Europa geterroriseerd. Naar hun nederlaag op het Lechfeld
in de buurt van het Duitse Augsburg in het jaar 955 besloten de
Magyaren het Europese voorbeeld
te
volgen. Opperhoofd Géza heeft het christelijke geloof
aangenomen, zijn zoon kroonprins Wajk hete vanaf nu Stefan. Deze
verzocht paus Sylvester om een kroon om gelijk aan de andere katholieke
vorsten van genade Gods te kunnen regeren. Met de kroning van Stefan in
het jaar 1000 was Hongarije voor het eerst in Europa geďntegreerd.
Het besluit voor de katholieke geloof en tegen de byzantijnse versie
van het christendom was bepalend voor de westelijke oriëntatie van
de jonge staat. Stefans tweede vrouw was Gisela van Beieren, zijn
opvolger was zoon van zijn zus, die met de doge van Venetië
getrouwd was hete Pietro Orseolo. 1102 was het zuidelijk van Hongarije
gelegen koningrijk Kroatië zonder vorst. De plaatselijke magnaten
bepaalden geen opvolger voor de overleden koning te kiezen, maar zich
hun Hongaarse buren aan te sluiten. Tot 1918 vormde het land een
eenheid met Hongarije - afgezien van de periode van de Turkse bezetting.
Onrustige tijden en grote koningen
Koningen
hadden omstreeks de millennium wisseling geen vaste residentie. Ook de
Hongaarse koningen trokken door het land. Enig
Szekesfehérvár speelde een speciale rol als
kroningsplaats van de vorsten. Toch de inval van de Mongolen in het
jaar 1241 vraagde om een nieuwe ordening. De dorpen en steden van het
platte land waren ruines, Óbuda en Pest van de Mongolen
verwoest. Geruchten gingen om over een tweede aanval van de Mongolen.
De Hongaren bevonden zich nu in precies de situatie waarin de van hun
aangevallen volkeren drie eeuwen eerder verkeerden. Slechts goed
bevestigde burgen die genoeg plaats boden om in noodsituaties de
bevolking van een gehele stad op te nemen konden de bereden Mongolische
troepen trotseren en de bestand van het koningrijk waarborgen. Boeda
begon de rol van een hoofdstad te spelen. Koning Béla IV (1235 -
70) deed alles om burgen en stadsmuren te laten oprichten. Hiervan
kunnen ook in Somogy restanten worden bezichtigd. De tweede aanval van
de Mongolen kwam dan daadwerkelijk in het jaar 1285 en de Hongaren
konden de aanvallers terugslagen
Naar
het uitsterven van de Árpáden in het jaar 1301 lukte het
leden van het huis Anjou de troon te bemachtigen. Maar dit werd geen
duurzame dynastie. In de regeringstijd van de Boheemse koning en Duitse
keizer Sigismund van Luxemburg (1387 - 1437) werd de gehele regio
opnieuw verenigd, voor de eerste keer onder deelname van de Hongaren.
Tot op de dag van vandag getuigen monumenten vooral in de hoofdstad van
de bloei in het tijdperk van Sigismund. De gotik hield een korte maar
krachtige intocht in het land. Helaas begonnen naar de dood van
Sigismund opnieuw een interne strijd om de macht. Met de kroning
van
Mátyas
I Corvinus (1458 - 90) beleefde het land naar problematisch decennia
een sterke impuls. Mátyas, kleinzoon van een kleine Roemeense
vorst en zoon van de veldheer en rijksverwezer János Hunyadi
vernieuwde de staat. Italië was zijn grote voorbeeld, zelfs als
vrouw verkoos hij een Italiaanse. De Renaissancevorst was een grote
bouwheer, belangrijke delen van zijn residentie in Boeda zijn bewaard,
buitentrappen van rode marmer, met reliëfs versierde bronnen,
nobele ruimtes voor de beroemde Bibliotheca Corviniana, een werkplaats
voor beeldhouwers, geraffineerd aangelegde lusttuinen bewijzen de
fantasie, macht en het doorzettingsvermogen van de koning. Deze vorst
is tot vandaag in goede herinnering gebleven. Op Mátyas volgden
het gelukloze intermezzo van de Jagellonen. De legers van het Osmanse
Rijk, van János Hunyadi en Mátyas succesvol
teruggeslagen, stonden verder dreigend voor de zuidelijke grens.
Sociale spanningen veroorzaakten rellen in de hoofdstad en 1514 een
opstand van de boeren onder Dózsa, die met uiterste geweld
nedergeslagen werd en praktisch tot verslaving van de landelijke
bevolking leidde. Lajos II Jagello, getrouwd met een prinses uit het
huize Habsburger, leidde 1526 het kleine Hongaarse leger van adeligen
tegen de aanrukkende, goed georganiseerde strijdmacht van de Turken en
werd vernietigend verslagen. De koning viel in de net als het grootste
gedeelte van het leger. Ook annekteerden de Turken na de veldslag van
Mohacs Hongarije niet meteen hebben de Hongaren het niet van elkaar
gekregen opnieuw iets tegen de Turken te ondernemen, niemand werd
gevonden opnieuw voor het land te vechten.
Gedeeld land onder vreemde vorsten
De
periode van de verovering was een periode van uiterst hardnekkige
verzet en even brutaal optreden van de veroveraars. Hier voerde niet
slechts een staat een veroveringsoorlog tegen een andere, zoals het in
deze tijden dagelijkse gewoonte was, hier botsten zeer verscheidene
culturen en - wat waarschijnlijk veel belangrijker was - twee uiterst
verscheidene
religies
op elkaar. Ook al was het Osmanse Rijk in deze periode een buitengewoon
goed georganiseerd staatswezen kon Hongarije niet in een stuk de Turkse
staat ingelijfd worden. Daar was zelf de hooggeruste militaire apparaat
niet in staat. De verovering gebeurde daarom desnoods dorp voor dorp.
In andere gevallen werd een vazal uit de veroverde staat als regent
ingezet. Zo heerste de wojwode van Transsylvanië János
Zápolya voorlopig ook over Centraal-Hongarije. Pas naar zijn
overlijden rukten de Turken in Boedapest in, terwijl ook keizer
Ferdinand probeerde de hem toegevallen rechten aan de Hongaarse
koningskroon door te zetten. Het is hem echter maar voor een klein
stukje gelukt zijn erfenis te verkrijgen. Een stukje Hongarije langs de
Oostenrijkse grens en Bovenhongarije - ongeveer de vandaagse Slowakije
- werd in de naam van Ferdinand vanuit Pozsony geregeerd, de vandaagse
Bratislava. In het Oosten bleven de Hongaren onafhankelijk,
Transsylvanië koos voor de bondgenootschap met de Osmanen.
Zeer
vele Hongaren vluchtten in de gebieden die niet van de Turken beheerst
werden, hun plaats werd ingenomen door Kroaten, Serviërs en
Bosniërs, maar ook bewoners van de afgelegen delen van Turkije.
Vanzelfsprekend werden aan de belangrijke posities van de staat loyale
Turken uit het centrum van het Osmanse Rijk geďnstalleerd.
Afhankelijk van de verantwoordelijke regent werd het land uitgebuit of
ook - gerelativeerd aan de omstandigheden van de tijd - uiterst correct
bestuurd. Hoofdzakelijk in de grote steden bouwden de Turken een
infrastructuur volgens de eigen
behoefde,
tot op de dag van vandaag getuigen daarvan moskeen, minaretten en de
beroemde Turkse badhuizen. Van de Turkse bevestigingen is praktisch
niets bewaard gebleven. Het geestige leven heeft nieuwe impulsen
ervaren, er leeft tot op de dag van vandaag de herinnering aan de
Turkse tuincultuur. De van de Turken ingevoerde groente- en
fruitsoorten perzik, paprika en tomaat droegen ter verfijning van de
keuken bij en zijn vandaag niet meer uit het dagelijkse leven weg te
denken - helemaal te zwijgen van de koffie, zonder die het dagelijkse
leven in Hongarije niet meer denkbaar is.
Hoezo
Sultan Mohammed IV de verovering van Wenen inleidde is niet volledig
duidelijk. Naast binnenpolitieke moeilijkheden van die af te leiden
was, speelde waarschijnlijk het optreden van het tegen Habsburg
vechtende Hongaarse leger onder Imre Thököly een zekere rol.
In het jaar 1683 stond het Osmanse leger voor een tweede keer voor de
porten van Wenen.
Habsburg - bevrijders, Hongaarse koningen of kolonisatoren?
De
Turken hadden op de ene kant de militaire macht van het Heilige Roomse
Rijk van Duitse Natie sterk onderschat, op de andere zijde niet met de
brede Europese steun voor Wenen gerekend. Het resultaat was niet
slechts een vernietigende nederlaag voor Wenen, maar het begin van het
einde van de Osmanse hegemonie in het Zuidoosten van Centraal-Europa.
In de rest van het eeuw werd geheel Hongarije veroverd en de
Habsburgers stonden in Belgrado. Door de veroveringen van Habsburgers
werden opnieuw grote bevolkingsgroepen in de vlucht gedreven. Naast de
hier heen gehaalde Turken vluchtten ook zeer vele tot islam
geconverteerde Hongaren. Opnieuw werden gehele landstreken ontvolkt.
Hierheen haalden de nieuwe heren Maria Theresia, als al haar vader
keizer Karl - als ook al de Turken - bewoners van hun thuisbasis, de
Habsburgers nu uit hun bezittingen in Schwaben. Tot op de dag van
vandaag zijn de Schwaben een beduidende minderheid in Hongarije.
De
meerderheid van de Hongaren verwelkomde de nieuwe heren uit Wenen. Het
was ook geen probleem de Habsburgers conform de erfenis van 1526 als
Hongaarse koningen in de landdag te bevestigen. De Habsburgers konden
tevreden zijn met hun Hongaren. Het leek dat zij een land veroverd
hadden dat niet slechts tussen Oostenrijk en de Turken lag - terwijl
hun risico duidelijk achteruit ging - en behalve een mooie titel
ook een duidelijke vergroting van de macht voor de eigen voordeur betekende. In deze zin vergrote Hongarije o
ok
de voormacht van Habsburg in Duitsland. Maar een bijzondere steun heeft
het land niet ervaren. Waar al uit religieuze redenen calvinistische
Hongaren de oerkatholieke Habsburgers wijnig vertrouwden traden deze
als bezetters op. Overal waar burgen en stedelijke bevestigingen als
strategisch minder nuttig werden beschouwd werden deze meteen
opgeblazen, men kon niet alle bemannen en had te veel zorgen voor
opstanden. Niet dat deze zorgen zonder reden was. In de jaren 1703 t/m
1711 probeerde Ferenc Rákóczi de Habsburgers de macht in
Transsylvanië te nemen. Ook al waren de Hongaarse opstandelingen
hardnekkiger dan de Turken mislukte de opstand.
Het
duurde een eeuw voordat het land zich Turkse bezetting en Habsburgse
verovering geregenereerd had. De periode van de Franse Revolutie had
wijnig invloed op Hongarije. In de 19e eeuw bevond zich Hongarije in
een geestige nieuwbegin. Geniale vernieuwer van deze tijd was
István Graf Széchenyi. Hij initieerde niet slechts de
eerste brug tussen Boeda en Pest, de beroemde kettingbrug, maar ook de
academie van de wetenschappen, de regulering van de Donau aan de
IJzeren Port met aansluitende stoomscheepvaart op de Donau en vele
dingen meer. De handel kreeg internationale dimensies en vele fabrieken
werden gesticht. In het jaar 1831 werd de Pester Handelshal, de
voorganger van de waren- en effecten beurs gesticht. Tien jaar later
begon de Pester Kredietbank met haar werk. Nieuw gestichte drukkerijen,
uitgeverijen, boekhandelingen, dagbladen en journalen lieten een modern
georiënteerde lezerschap ontstaan. Van de reformijver en het
bestreven naar een nationale identiteit werden ook de Duitse, Joodse en
Slavische delen van de burgers ingebonden. Men vond een gezamenlijke
noemer van een liberaal Hongaarse patriottisme. Bij de theehuizen en
restaurants, waarin men elkaar ontmoette kwamen in verenigingen
georganiseerde kringen en debaterclubs.
Op weg naar een nieuwe onafhankelijkheid
De
tijd van de reformen bewerkte insnijdende veranderingen. Ze
ontwikkelden een eigen dynamiek, die sterker en sneller was dan de
moeitenvolle door legistische arbeid geremde verandering van het
politieke systeem. De spanning heeft zich ontladen op 15. maart 1848.
Zonder kennis van de censuur werden het twaalf punten programma van de
Pilvax-kring, een groep jeugdiger intellectuelen, die in het ook
vandaag nog bestaande theehuis Pilvax debatteerden, en Sándor
Petőfis gedicht "Nationale Lied" gedrukt. Op de trap naar het pas nieuw
opgerichte Nationaal museum reciteerde Petőfi zijn gedicht en de twaalf
punten werden onder de bevolking uitgedeeld. In een tijd waarin de
vrijheid
van mening verboden was meer dan slechts een afrond tegen het heersende
systeem, ook al een haarloos gebeurtenis vergleken met de gewelddadige
rellen op andere plaatsen van Europa. De enige directe effect was de
vrijlating van de gevangen Mihály Táncsics. Echter
sommige afgevaardigde van de landdag, die nog steeds in Pozsony zetelde
- vingen de vonken op en het lukte hun de keizer een Hongaarse regering
af te ringen en een nieuwe landdag naar Pest te beroepen.
Minister-president werd de uit een Zuidtransdanubische adelsfamilie
stammende Lajos Batthyány.
In
Wenen regeerde in de naam van de debiele keizer Ferdinand II vorst van
Metternich. Naar her Congres van Wenen had hij in Oostenrijk daarvoor
gezorgd dat de absolutistische monarchie alle liberale of zelf
revolutionaire ideeën in de kiem stikte. Met de tijdgelijke
revolutie in Wenen viel het systeem Metternich en met hem de
ondertussen volledig verwarde monarch. Vers bloed moest het keizerdom
Oostenrijk redden, gevonden werd het in de jonge kroonprins Franz
Joseph, die een gehele epoche zijn stempel op zou drukken. Met pas 18
jaren beklom hij in Wenen de keizertroon.
Franz
Joseph I probeerde de veranderingen, die zijn ohm in het nauw
toegestemd had, terug te draaien. De Hongaren hadden hiervoor een
duidelijk antwoord: ze proclameerden op 14. April 1849 de Hongaarse
Republiek. Tot president kozen ze Lajos Kossuth. Franz Joseph dacht
niet daaraan Hongarije in de onafhankelijkheid te ontlaten. Omdat hij
militair niet in staat was de macht in Hongarije terug te veroveren
zocht hij hulp bij zijn Russische bondgenoten, die de jonge republiek
een gewelddadig einde bereidden. Sándor Petőfi viel in de
slacht, de Minister-president eindigde op het schavot en president
Kossuth vluchtte in het Turkse exil, waar hij 1894 93 jarig overleed,
zonder dat hij ooit naar Hongarije terug kon keren. De volgende
tientallen jaren werd Hongarije van Wenen uit geregeerd, de nationale
scheur in de veelvolkenstaat Oostenrijk werd groter.
Pas
1867 waren er eerste pogingen ter reform van de staat, de Oostenrijks -
Hongaarse "Ausgleich". Hongarije kreeg een eigen regionaal bestuur en
keizer Franz Joseph I liet zich tot Hongaarse koning kronen. De K&K
monarchie was geboren (K & K = keizerlijk en koninklijk). De kans
een moderne veelvolkenstaat te scheppen was verdaan, nu hadden twee
volkeren een voorrang - twee van zestien. Economisch beleefde Hongarije
al sinds begin van de eeuw een lang aanhoudende bloei, de neergeslagen
revolutie kon de boom slechts dempen. Juist door de politieke
afhankelijkheid van Wenen wilde men in internationale vergelijking
nergens terugstaan. Niet voor niets strijden de Hongaren met de Britten
daarover, wie het grootste paramentgebouw ter wereld heeft.
Als
onderdeel van de dubbelmonarchie naam Hongarije natuurlijk aan de zijde
van Oostenrijk aan de Eerste Wereldoorlog deel. Het einde zal iedereen
bekend zijn. Nog voor zijn einde proclameerden de Hongaren voor de
tweede keer de republiek. Ze staan daarmee in de lange reeks van de van
Oostenrijk separerende staten. De bijzondere rol van de Hongaren in de
K&K monarchie betekende voor de Hongaren van de winners als
verliezer van de oorlog behandeld te worden, anders als bij voorbeeld
Tsjechen en Slowaken. Met deze legitimatie werd Hongarije op een kleine
rest teruggesneden. Alle gebieden met een gemengde bevolking kwamen aan
de buurlanden. Dat voormalig zo belangrijke Hongaarse land
Transsylvanië kwam aan Roemenie, Bovenhongarije is vandaag na de
scheiding van de Tsjechen een onafhankelijke staat, het 800 jaar eerder
vrijwillig in Hongarije geďntegreerde Kroatië kwam onder de
heerschappij van Servië, dat als koninkrijk Joegoslavië
verder bestond enz.. Een derde van het land dat K&K Hongarije
uitmakte met ongeveer de helft van de Hongaren werd dan daadwerkelijk
onafhankelijk.
Een jonge, oude staat zoekt zijn weg
De
pas geproclameerde republiek onder de regering van Mihály Grof
Károlyi bestond maar enkele maanden. Communistische raten
trokken in het voorjaar 1919 de macht aan zich en wilden naar voorbeeld
van de sovjet republieken in Rusland en Beieren regeren. Zowel de
Tsjecho-Slowakije als ook Roemenie zagen in het rode regime in
Boedapest een gevaar voor de stabiliteit in het eigen land en stuurden
hun legers - naar voorbeeld van de westerse machten in Rusland - tegen
de nieuwe staat. Wat in Rusland niet lukte hebben de geallieerden uit
Praag en Boekarest in Hongarije wel bereikt, de communiste werden
verdreven. Een half jaar naar begin van de communistische heerschappij
hebben koninklijk Roemeense troepen Boedapest bezet en Hongarije werd
opnieuw monarchie.
Werd
Hongarije een monarchie? Karl van Habsburg, de laatste K&K monarch
probeerde twee malen op de Hongaarse troon terug te keren. Sommige
hadden hem graag terug gezien, andere helemaal niet, zowel in het
binnen en buitenland. Onder de tegenstanders
waren
de Britten de machtigste. Koning Karl wou niet reden voor een nieuwe
oorlog zijn en dankte noodgedwongen af. Maar Hongarije bleef monarchie
- op de papier. De troon hielt men vakant. Dit kwam Miklós
Horthy niet ongelegen. Hij was een voormalige konteradmiraal van de
K&K marine en vleugeladjudant van Franz Joseph. Hij was naar de
invasie van de Roemenen de machtige man. Hij werd rijksverwezer en was
daarmee staatschef. Hij was centraal persoon van een autoritair regime,
dat met hulp van een gekozen parament regeerde. Dit was echter niet de
enige tegenstrijdigheid van de nieuwe staat. De regering steunde de
industrialisering van het land, maar zorgde niet voor de
randvoorwaarden van een geďndustrialiseerde maatschappij. Men
zocht nabijheid en acceptatie van de gevestigde democratieën, maar
verkoos de dictatoren regimes van Europa als bondgenoten.
Nieuwe afhankelijkheden, nieuwe eigen wegen
Hongarije
had niet geaccepteerd dat grote delen van het land naar de oorlog aan
andere staten waren gegaan. Men probeerde Transsylvanië van
Roemenië terug te krijgen. Uitgerekend de Duitse regering onder
Hitler werd benoemd in de strijd te bemiddelen. Transsylvanië werd
weer Hongaars, maar voor welke prijs? Hongarije had zich in een nieuwe
afhankelijkheid begeven. Als gevolg hiervan naam het land ook op de
zijde van Duitsland aan de Tweede Wereldoorlog deel. Zo lang Horthy een
betrouwbare bondgenoot bleek kon hij Hongarije volgens eigen inzien
besturen. Pas als er twijfels aan zijn betrouwbaarheid ontstonden heeft
de Duitse Wehrmacht Hongarije 1944 bezet en Horty nauw in de gaten
gehouden. Als de steenoude Horthy enkele maanden later - aan de
Hongaarse grens stonden sovjet troepen en Amerikaanse bommen
verwoestten de steden - een dilettantische poging deed een
separaatvrede te sluiten werd hij door de SS opgepakt. In Boedapest
namen de pijlkruiser de macht over, een paramilitaire organisatie van
de tekort gekomen stedelijke bevolking volgens de voorbeeld van andere
organisaties van nationaal-socialistische vechtersbazen. Terreur
beheerste de stad, terwijl sovjet troepen de hoofdstad huis om huis
veroverden.
Naar
de oorlog - de bezetters hadden elkaar afgewisseld - begonnen de
Hongaren aan de wederopbouw van hun land. 1946 vonden democratische
verkiezingen plaats. De partij van de kleiagrariërs, landarbeiders
en burgers kreeg de absolute meerderheid. Ver afgeslagen de
sociaal-democraten,
de communisten en de nationale boerenpartij. Het land begon aan een
nieuw tijdperk, werd opnieuw republiek, nu met een calvinistische
dominee als president en een conservatieve minister-president. Echter
deze tijd duurde niet lang. De internationale situatie verscherpte
zich, Moskou probeerde zijn machtbereik te vestigen. In het land zelf
zorgde dit tot de nodige spanningen. Zoals in andere landen ook werden
de sociaal-democraten en communisten in Hongarije gedwongen verenigd.
De van Mátyás Rákosi gedomineerde nieuwe partij
slaagde daarin de andere politieke groepen van het land te verdelen.
Tegen
vooraanstaande politici van de niet-communistische meerderheid, maar
ook tegen voormalige sociaal-democraten werden showprocessen gevoerd.
Zelfs de communistische
minister
László Rajk en János Kádár werden
slachtoffer van de stalinistische zuiveringen. Rajk werd opgehangen,
Kádár tot levenslang veroordeeld. Gewelddadig werd de
gehele economie onteigend en iedere nog zo klein boerderijtje
gecollectiveerd. De heropbouw van het land stagneerde, het land
verkeerde in een algemene, geestige, politieke, economische en
menselijke crisis. Naar het overlijden van Stalin en de veranderde
politiek van Chruschtschows braken de structuren ook in Hongarije
oppen. Imre Nagy werd minister-president. Hij stamde weliswaar uit de
communistische partijkader, maar was niet lid van de stalinistische
clique rondom Rákosi. Deze wist echter de machtpolitieke
onzekerheden in het kremlin voor zij eigen doeleinden te gebruiken en
Imre Nagy werd uit zijn ambt gejaagd en de bankroete dictatuur voort
gezet.
De
fruchten van de geringe vrijheden wilde de bevolking niet opgeven.
Tegen de demonstranten haalde de opvolger van Imre Nagys sowjetische
Troepen ter hulp. Zo begon op 23. Oktober 1956 de volksopstand. Met
Imre Nagy als Minister-president wilde de regering in Hongarije een
pluralistische maatschappij met een meerpartijenstelsel oprichten.
Bedrijven zouden door de werknemers bestuurd worden. Hongarije verliet
de Pakt van Warschau. Een van de vloeiendste medestanders was de
vrijgelatene voormalige minister van binnenlandse zaken János
Kádár. Deze verlies van een vazallenstaat accepteerde de
Sovjetunie niet. Met tanks werd de vreedzame revolutie verpletterd,
Imre Nagy naar Moskou ontvoerd en ter dode veroordeeld.
Uitgerekend
János Kádár had ter rechtvaardiging van de invasie
de Sovjets "ter hulp geroepen". Bijna vanzelfsprekend werd hij aan de
top van partij en staat gezet. Dromen van democratie waren voor een
lange tijd uitgedroomd, maar ook de stalinisme was voorgoed voorbij.
Enkele jaren later begon Kádár de teugels losser te
houden. De staatseconomie werd gemilderd en particuliere initiatieven
werden in geringe omvang toegestaan. Maatschappelijk werd meer vrijheid
toegestaan dan in andere staten achter het ijzeren gordijn, "wie niet
tegen ons is voor ons" was de devies. De goulash communisme minderde de
onvrijheid, maar kon de centrale problemen niet verbergen.
Met
de veranderende situatie in de Sovjetunie in de late 80er jaren van de
laatste eeuw, die haar universele machtstreven had opgegeven ten gunste
van maatschappelijke reformen en met de inbrekende wereldeconomie
stonden alle staten van de toenmalige Oostbloklanden voor moeilijk op
te lossen problemen. In sommige staten probeerde men het met geweld,
zoals in Roemenië, in anderen aan ronde tafels. Hongarije behoorde
tot de tweede groep. Reformcommunisten en oppositionele besloten
democratische verkiezingen. Deze keer is het experiment democratie
uiteindelijk gelukt. Met mooie regelmaat veranderden sindsdien alle
vier jaren de meerderheid in het parament en daarmee de regeringen, pas
2006 werd voor het eerst een regering herkozen. De economie is
verregaand geprivatiseerd en Hongarije terecht zeer geliefd bij
buitenlandse investeerders. Hongarije, sinds jaren al lid van de NAVO
werd in mei 2004 in de Europese Unie opgenomen. Ook al is nog een stuk
weg te gaan voordat Hongarije alle achterstanden heef ingehaald, zo is
Hongarije naar vele omwegen daar beland waarheen het een millennium
eerder onder koning Stefan was vertrokken: geďntegreerd in het
westen van Europa.
Magyar Kúria Real Estate Limited
met kantoor in Várong, in de buurt van het thermaalbad Igal in
Hongarije, is niet uitsluitend erkend makelaarskantoor, maar ziet
zichzelf vooral ook als
servicebedrijf rondom het onderwerp vastgoed, wees het gebruikt of voor
het nieuw bouwen van uw woning, op uw eigen bouwgrond of een door ons
bemiddeld grondstuk, als vakantiehuis, net zo als voor woondoeleinden.
Behalve een huis in de toeristische centra, zoals bij voorbeeld
Siófok aan het Balatonmeer kunnen wij u uw eigen boerderij in
voor het dorpstoerisme interessante plaatsen aanbieden, net zo als een
stadswoning in Kaposvár, Pécs of andere steden. Wij
helpen u bij uw kuur of vakantie en ook als u wilt investeren tussen
Balaton en Drava, wij werken voor u in de komitaten Somogy, Tolna en
Baranya. Voor alle vragen kunt u contact opnemen met onze klantendienst.
|